Ongeveer een maand geleden, toen ik nog in Sydney was, begon ik al te denken aan een “verhuis”. Queensland leek een goed idee, maar iets hield me tegen, een gevoel, het leek me nog geen goed idee maar ik wist niet waarom. Een week later passeerde cycloon Marcia en vernielde een pak infrastructuur en eigendommen langs de Australische oostkust. Goed dat ik in Sydney was gebleven.
Twee vrijdagen geleden dan moest ik weg uit Sydney daags na het Foo Fighters concert doordat vrijwel elk hostel in de havenstad volgeboekt was met het Future Music Festival dat dat weekend plaatsvond en de Mardi Gras festiviteiten die er de week nadien zaten aan te komen. Dus vertrok ik en ging ik naar Canberra. De volgende dag stonden de lokale sociale media vol met foto’s van een zware storm die Sydney trof. Enkele omgevallen bomen, waterschade, zo’n dingen. Geen idee of het ook gevolgen had voor het festival, maar in elk geval: Goed dat ik Sydney had verlaten.
En zo belandde ik dus in Canberra. Toeristen en backpackers hadden me verteld dat dit een saaie stad was met vrijwel niets te doen of zien. Vandaar had ik gepland slechts het weekend hier te blijven en daarna verder te trekken naar Melbourne om er nog eens af te spreken met Leni, Camilo, David, Eyup, James en Ozzie. Dan zou ik ineens ook verder zoeken naar een job terwijl ik nu en dan eens tijd zou vrijmaken voor wat sport uiteraard, met het WK Cricket in het Melbourne Cricket Ground en de start van het Formule 1 kampioenschap met de grand prix in Albert Park. Het gehele plan viel in het figuurlijke water door in Canberra rond te wandelen. Zoals reeds in mijn vorige blog gezegd: ik heb het hier wel naar mijn zin. Al kan het uiteraard ook zijn dat ik – net als in eerder vernoemde voorbeelden – gewoon geluk had met mijn timing en naar Canberra kwam op het juiste moment.
De twee weekends die ik hier heb doorgebracht waren ook de twee weekends van het lichtfestival ‘Enlighten’. In het eerste weekend was er dan nog de parade op de Australian Defence Force Academy en in het tweede weekend startte het luchtballonnenfestival. Daarbovenop werd op 9 maart Canberra Day gevierd. Dus laat ons wel wezen: het perfecte moment om naar de hoofdstad af te zakken.
Mijn tijd hier in Canberra komt echter zowat ten einde. “Zowat”, want ik keer sowieso nog terug. Overmorgen vertrek ik echter naar Bungendore, een dorpje minder dan een uur verwijderd van Canberra waar ik voor drie maanden zal gaan werken op een boerderij. Waarschijnlijk beschik ik dus over wat positief karma, want ook al kwam ik vrij toevallig naar Canberra, ik was hier op het juiste moment én vond eindelijk een job.
De dag waarop ik mijn vorige blog publiceerde had ik een gesprek met een van de receptionistes van het YHA hier en zij raadde me aan om de wijngaarden in de nabije omtrek van Canberra nader te bekijken. Ik ging meteen aan de slag, nam een wijngaardengids-brochure bij de hand en stuurde mijn CV naar iedereen die erin stond. Meer dan ik had verwacht deden de moeite om te antwoorden. Dat ik een erg goed CV en brief had, maar dat ze geen job voor mij hadden op dit moment maar wel mijn mail hadden doorgestuurd naar anderen in de omgeving.
Toen ik vorige vrijdag dan wat rondwandelde, passeerde ik geheel toevallig het Departement Immigratie van de Australische overheid en ging ik ineens binnen. Misschien hadden zij nog wel tips? Het madammeke waarmee ik het hierover had kon me niet echt helpen maar net wanneer ik op het punt stond te vertrekken, suggereerde ze een “George Hotel in Bungendore dat ook over wijngaarden beschikt” nader te gaan bekijken. Ik ging naar mijn hostel, zocht het op en stuurde een mail.
De volgende dag al ontving ik een mail van Brad, de manager van ‘Gidleigh Station’, een van de boerderijen waar het ‘Lake George Hotel’ in Bungendore eigenaar van is. Hij had een job voor me! Ik zag de mail pas op zondag, belde hem meteen en aanvaardde het aanbod. Alweer had ik puur geluk. Had ik iemand anders gesproken op die dienst immigratie of had ik gewoon een andere weg ingewandeld, dan was ik nu nog altijd op zoek naar werk.
Soit. Donderdagmorgen verlaat ik Canberra en ga ik dus naar Bungendore waar ik waarschijnlijk meteen mijn eerste werkdag voor de boeg zal hebben. Binnen drie maanden of 88 dagen zal ik voldoende gewerkt hebben om een tweede visum voor een jaar Australië te hebben verdiend en dat besef is een leuk gevoel. Het is een opluchting dat ik het zoeken naar werk kan staken.
Sinds zondag heb ik dus wat tijd om te ontspannen en dat is erg welkom. Ik heb vooral veel rondgewandeld in deze stad. Vaak dezelfde wandeling ook, maar telkens lichtjes anders. Overdag of ’s avonds, in wijzerzin of tegenwijzerzin, langs het meer of wat verderop via het War Memorial en het Australisch-Amerikaanse Monument. Kleine veranderingen telkens, die me steeds iets nieuws deden ontdekken.
Wist je dat er zich onder de brug van Commonwealth Avenue over het meer Lake Burley Griffin enkele stenen bevinden die ooit deel uitmaakten van de oude ‘Waterloo Bridge’ over de Thames in London? Wist je dat de raar opgelijnde ‘Australians of the Year Walk’ in feite bewust zo is opgesteld om zo de noten voor te stellen op de muziekpartituur van het Australische volkslied? Wist je dat Canberra pas ‘Canberra’ heet sinds het officieel werd opgericht op 12 maart 1913 en tot dan gewoon bekend stond als “de Federale Hoofdstad”? Heerlijk, zo’n funfacts! Oh ja, er bevind zich deze week een ‘F-35A Lightning II’ stealth vliegtuig op Blamey Square dat dagelijks kan bezocht worden, dus ga erin zitten en laat die foto nemen!
Enfin, ik ben opgelucht, echt. Het maakt me ook blij dat ik in Bungendore zal werken. Het zal geen probleem zijn om naar Canberra terug te keren voor ANZAC Day, dus ik kan mijn aanwezigheid op de ceremonies van die dag alvast beginnen plannen. De job zelf is op een schapen-, vee- en truffelboerderij trouwens en het gaat om een wwoofing-job, wat inhoudt dat ik er niet voor betaald wordt, maar wel gratis logement en eten krijg (en zelfs een auto ter beschikking), terwijl elke gewerkte dag zal meetellen voor de aanvraag voor mijn tweede visum.
Het is grappig hoe op een of andere manier elk puzzelstukje op zijn plaats terecht kwam. Ik zocht al sinds januari naar werk, toen nog hopend dat ik een job zou vinden van waaruit ik makkelijk Sydney zou kunnen bereiken om zo de AFC Asian Cup en het Foo Fighters concert mee te maken. Die job vond ik niet, maar op die beide evenementen was ik wel aanwezig. Verder was het ook al voor ik naar Australië kwam mijn bedoeling om ANZAC Day in Canberra mee te maken, dat was ongeveer het enige wat ik vooraf écht gepland had. Ook dat zal nu dus lukken. Gewoon omdat ik geluk had met de timing. Sydney moeten verlaten, geen bussen naar Melbourne beschikbaar die dag, dus even een “tussenstop” maken in Canberra om dan hier toevallig met de juiste mensen te spreken en zo de job te krijgen die ik wou, in de streek waar ik die wou. Puur geluk.
Enig nadeel aan dit alles is dat ik dus niet meer in Melbourne ben geraakt om met de vrienden aldaar bij te praten. Waarschijnlijk zal dat ook niet meer lukken aangezien meer en meer van de mensen die ik hier leerde kennen terugkeren naar huis. Alicia, Elena, Justine, Katie, Meghan, Florent en Jae zijn al terug vertrokken, Nick is nu in Fiji maar gaat daarna terug naar Duitsland, Leni vertrekt eind deze maand en de rest volgt dan ook wel stilaan.. Best wel raar om iedereen te zien vertrekken..
Maar ik zelf niet. Nog niet. Ik heb nu een drietal maanden werk voor de boeg, inclusief enkele dagen Canberra rond ANZAC Day en wie weet zelfs wat meer aangezien ik niet zo veraf ben en op vrije weekends gerust eens naar de hoofdstad kan komen voor één of twee dagen. Na die drie maanden ga ik dan waarschijnlijk terug wat reizen. Het zal dan al juni zijn en juni-juli schijnen ideale maanden te zijn om de oostkust af te reizen en te gaan duiken in het Great Barrier Reef. Terug wat leuke vooruitzichten dus. Ik kijk er al naar uit. Ik zal hard werken, dat tweede visum veroveren en dan nog wat reizen.
Maar eerst: naar Bungendore!
Average Rating