Australië is wel wat gewoon qua grote sportevenementen. De Olympische Spelen in Melbourne in 1956 en in Sydney in 2000, de binnenkort opnieuw beginnende Australian Open, de grote prijs formule 1, het WK wielrennen enkele jaren terug, noem maar op. In 2015 meer van dattum, met vooral het WK Cricket en de AFC Asian Cup voetbal als grootste uitschieters.
Voetbal is absoluut niet de grootste sport in Australië, maar wel sterk in opmars. Australian Rules Football is met voorsprong de populairste sport Down Under, met cricket als runner-up naar ik begrepen heb. Rugby zou dan de top-3 vervolledigen terwijl voetbal dan “the best of the rest” wordt. Ik was dan ook erg benieuwd om de interesse voor voetbal hier eens live waar te nemen.
Toen ik begin december in Melbourne was en er de sportinfrastructuur zag, was ik alvast onder de indruk. Hier kunnen we als Belgen enkel jaloers op zijn. In diezelfde periode speelde Melbourne Victory FC in hun Etihad Stadium tegen Sydney FC, blijkbaar het Australische equivalent van Club Brugge – Anderlecht: rivalen tegen elkaar. Het Etihad Stadium (officieel Docklands Stadium) kreeg hiervoor iets meer dan 25 000 toeschouwers over de vloer. Niet slecht, maar wetende dat het stadion een capaciteit van 53 000 heeft en er in Melbourne meer dan vier miljoen mensen wonen, zou je toch wel meer kunnen verwachten voor een geladen wedstrijd als deze. Voetbal is dus wel populair, maar heeft nog een lange weg te gaan, zo lijkt. De wedstrijd eindigde op 3-3 trouwens, met een hattrick van Archie Thompson (ex-Lierse) aan de Melbournezijde en doelpunten van Marc Janko (ex-Salzburg, ex-Porto, ex-Twente) en twee maal Shane Smeltz voor de ploeg uit Sydney.
Het succes van de AFC Asian Cup valt dus nog wat af te wachten en ik vreesde een beetje voor een domper, in de zin van een te lage opkomst. Voor het Aziatische equivalent van “ons” EK voetbal wordt hier nochtans danig reclame gemaakt. Ledschermen in de stations, banners en vlaggen op straat. De trofee deed ook een heuse ‘trophy tour’ doorheen alle speelsteden. Het volk wordt echt wel warm gemaakt voor de AFC Asian Cup.
Gisteren ging ik naar mijn tweede wedstrijd kijken, de tweede ook in Sydney. Sydney heeft op haar Olympische Site het grootste voetbalstadion (capaciteit boven de 80 000 plaatsen) en zal eind deze maand ook de finale hosten. Hopelijk kan ik daar ook bij zijn. De openingswedstrijd was in Melbourne, andere speelsteden zijn Canberra, Brisbane en Newcastle. De hoop leeft dat de finale een heruitgave wordt van die van vier jaar geleden tussen Japan en Australië, waarbij de Aussies uiteraard hopen op een andere uitslag. Toen won Japan, dit keer moeten het de Socceroos worden. Of dat alles is dus de hoop, want de verwachting is “beperkt” tot minstens een halve finale aangezien dan waarschijnlijk Iran de tegenstander wordt en zij het hoogst geplaatste Aziatische land zijn op de FIFA-ranking..
Soit, terug naar de actie. De eerste wedstrijd hier in Sydney werd betwist door Oezbekistan en Noord-Korea. Ik geef het toe, niet de landen waar je als Europeaan het meest warm van wordt. Dat voor dergelijke affiche 12 078 mensen waren komen opdagen vond ik eigenlijk wel ok. Het was geen wedstrijd van Australië en voetbal is niet de populairste sport, dus dan is dat wel een mooi aantal mensen dat de verplaatsing maakte. In een stadion met 83 500 plaatsen is het echter peanuts. Het was dan ook vrij stil in het begin van de wedstrijd, behalve dan in de Oezbeekse spionkop. Die gingen er de volle negentig minuten voor, vol gezang en getrommel. De Noord-Koreanen ook wel, maar hun stemmen klonken een pak minder krachtig. De mensen van de ticketverkoop hadden er met het aanduiden van de plaatsen ook voor gezorgd dat iedereen overal verspreid zat in het stadion, waardoor een – uiteraard door de Oezbeken – ingezette mexican wave vlot twee maal het stadion rond raakte. Een gezapige, gezellige sfeer dus, bij een op zich niet eens zo slechte wedstrijd die de Oezbeken verdiend wonnen met 1-0.
Gisteren was er dan de wedstrijd waar ik het meest naar uitkeek. Als er twaalfduizend mensen naar een wedstrijd onder “kleinere” voetballanden (met alle respect) komt kijken, dan verwacht ik er een pak meer voor de wedstrijd van Australië, zelfs al spelen die “maar” tegen Oman.
Dit keer waren er 50 276 mensen komen opdagen. Iets meer dan een uitverkocht Koning Boudewijnstadion dus. Ter vergelijking, de best bekeken groepswedstrijd op het voorbije EK Voetbal in 2012 was Zweden-Engeland met 64 640 toeschouwers. Dan is vijftigduizend man voor Australië-Oman verre van slecht, toch?
Met mijn Club Brugge shirt en mijn Australische vlag was ik een van de weinigen (zo niet de enige) in het blauw. De algehele sfeer bij deze wedstrijd vond ik ook echt goed, al moet hier wel bij vermeld worden dat ik achter het doel van Maty Ryan stond, vlak naast de Australische spionkop. Op zo’n plaats klinken gezangen al wat krachtiger natuurlijk.
Net geen drie minuten na de aftrap zweefde Mat de enige kans van Oman tijdens deze wedstrijd uit de winkelhaak, wat uiteraard met het nodige terechte applaus werd beloond. Daarna kwamen alle doelkansen, alle balbezit en alle noemenswaardige acties van de Socceroos. Idem voor alle sfeer, want al heb ik geen Omani’s gezien in het stadion, de weinigen die er waren zouden zich onmogelijk even krachtig hebben kunnen laten horen tegen de overmacht aan Socceroosfans.
Enkele gezangen waren vrij gekend. Van ‘Hey Baby I wanna know if you’d be my girl’ over het klassieke ‘olé olé olé’ tot – uiteraard – ‘Seven Nation Army’. Gefluit telkens een speler van Oman geblesseerd bleef liggen of bij een tackle op/over het randje, maar verder enkel gezangen en applaus. Bij goede acties, bij doelkansen, telkens Ryan eens een bal diende op te rapen, bij elke wissel en ook elke keer bondscoach Ange Postecoglou in beeld kwam op de grote schermen in het stadion. De Aussies steunen hun ploeg en hun coach door dik en dun, dat is wel duidelijk.
Heel mooi moment was er ook in de tweede helft toen rond het uur plots duizenden mensen in het stadion hun smartphone bovenhaalden en aldus duizenden lichtjes verschenen in de tribunes. Ongeveer op hetzelfde moment zongen supporters in de Australische kop het refrein van “I am, you are, we are Australian”, waarvan ik sinds ik het leerde kennen anderhalve maand geleden steeds meer het gevoel krijg dat dit het échte volkslied is, ook al is ‘Advance Australia Fair’ het officiële. Het doet me hopen dat ik er ook zal kunnen bij zijn op de intussen bijna uitverkochte finale van de AFC Asian Cup. Stel dat dan nog meer mensen, wie weet zelfs een volledig stadion, spontaan dit zouden beginnen te zingen, dan zou ik meer kippenvel dan huid hebben denk ik. Deze song, over de eenheid van de Australiërs, in combinatie met de lichtjes in de tribune… Veruit het mooiste sfeermoment van de avond wat mij betreft.
Ook leuk voor de aanwezigen was dat na de halve ereronde van de ganse ploeg één speler ook ruim driekwartier de tijd nam om handtekeningen uit te delen, op foto’s/selfies te gaan en babbeltjes te slaan met de supporters. Maty Ryan wint supportersharten, zoals hij dat in Brugge ook al deed en doet: door goed te keepen én door tijd te maken voor de supporters.
Voetbal in zijn geheel is dus nog niet de populairste sport Down Under, maar de voetbalsupporters zijn best wel gepassioneerd. Die nemen ook hun kinderen/kleinkinderen mee naar het stadion. Die zingen ook. Die dansen ook. Die zetten ook de mexican wave in. Die dragen ook hun shirt met trots.
Uiteraard is dit nog verre van te vergelijken met de sfeer die ik vorig jaar meemaakte op het WK in Brazilië, maar in elk geval absoluut geen slecht woord over deze AFC Asian Cup. Ik denk dat de organisatoren zeker tevreden zullen zijn over het tornooi wanneer ze erop terugkijken. Ikzelf ben alvast aangenaam verrast.
Stands lit with cell phone lights, people singing “I am, you are, we are Australian”. Goosebumps. Love this. @ANZStadium @socceroos #OMAvAUS
— Cédric (@Cedrinho) January 13, 2015
Dit artikel werd geschreven voor en verscheen op ExtraSport.be.
Average Rating